Blog

Engeland en de Republiek na stadhouder-koning Willem III

Geplaatst op 16 mei, 2014 om 2:42
Queen Mary II stierf in 1689. Haar voor een zeventiende eeuwse heerser opvallend democratische echtgenoot en neef in 1702. Hij overleed na een val van zijn paard toen het arme dier over een grote molshoop struikelde. Zijn politieke tegenstanders zouden nog vele jaren heildronken uitbrengen op de in zwart fluweel geklede, kleine 'gentleman'. 

King Billy werd opgevolgd door zijn tragische schoonzuster Anne. In antiekkringen beroemd om de naar haar genoemde tafel- en stoelpoten die ten tijde van koningin Victoria zo zedeloos werden gevonden, dat men er rokjes om heen deed. Queen Anne raakte maar liefst achttien keer zwanger. Maar geen van haar kinderen werd ouder dan elf jaar. Anne raakte daarop dusdanig aan de drank, dat ze achter haar rug en in de pers spottend 'Brandy Nan' werd genoemd. Na Queen Anne verviel de Engelse troon aan een Stuart-nazaat uit het Huis van Hannover. 

Het stadhouderschap (oorspronkelijk geen erfelijke functie, maar de hoogste ambtenaar in dienst van de Staten-Generaal [het parlement]) werd na het Tweede Stadhouderloze Tijdperk vanaf 1747 in de hele Republiek bekleed door Willem IV; een verre verwant van de overleden koning-stadhouder, die tot dan toe in Friesland, Groningen en Drenthe het stadhouderschap bekleedde. Een verwant die niet afstamde van Willem van Oranje*, al nam die verre tak van de familie om hun legitimiteit te verhogen de naam van Oranje-Nassau aan (en dat terwijl het prinsdom Oranje al onder Willem III verloren was gegaan). Voor een in de versukkeling geraakte Republiek geldt dat de stadhouders uit het Huis van Nassau-Dietz niet de juiste man op de juiste plaats zijn geweest.
Wat helemaal niet hielp, is dat het door zwakke persoonlijkheden beklede erfelijk stadhouderschap steeds meer trekken van een slecht geleide absolute monarchie ging vertonen. Toen in 1815 bij de vorming van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (Nederland, België en Luxemburg, dat in een personele unie met het koninkrijk was verenigd) een balans met historische schulden moest worden opgesteld, leverde de door stadshouders geleide vrije Republiek een torenhoge bijdrage terwijl de schuld van de Oostenrijkse kolonie slechts 2% bedroeg. In het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden verhuisden regering en parlement om het jaar van Brussel naar Den Haag en vice versa.

Onder de laatste erfstadhouder, de in 1795 smadelijk naar Engeland gevluchte Willem V (wiens zoon in 1815 koning Willem I zou worden), viel zelfs Oranjestad Den Briel in twee kampen uiteen: de reactionaire (door corruptie gekenmerkte) prinsgezinden en de (op de gelijkheidsidealen van de Verlichting georiënteerde) patriotten. Het is typisch Briels, dat beide groeperingen bijeenkwamen en na allerlei meestal verbale schermutselingen gezamenlijk een glaasje dronken in de in de Nobelstraat gelegen herberg De Prins van Oranje. (Dat de Geuzen en alom gehate Spanjolen op 1 april, nadat de Spaanse commandant is opgehangen, gezamenlijk het Geuzenbal bezoeken, past dus kennelijk in een lokale traditie.)

Onder het koningschap van stadhouder Willem III was veel van de macht en glorie van de Republiek op zijn koninkrijk overgegaan. Niet voor niets was de Gouden Eeuw aan het eind van zijn leven voorbij. Voordat stadhouder Willem III er met de kronen van zijn oom en schoonvader van door ging, kon de Republiek zich permitteren om haar economische en politieke belangen veilig te stellen door een opvallend vaak door een Briellenaar als Maarten Harpertszoon Tromp, Witte de With (buiten de vesting geboren) en apothekerszoon Philips van Almonde geleide oorlogsvloot op een concurrent af te zenden.
Na de Glorious Revolution ging dat met Engeland niet meer. Daarbij komt dat de koning-stadhouder in zijn nieuwe rijk tal van belangrijke Nederlandse instituten kopieerde,  waardoor de economische macht zich stilaan van Amsterdam naar Londen verplaatste. Hoewel William en Mary altijd hebben laten blijken, dat een voorkeur voor de Republiek koesterden, is onder hun bewind de vorming van het latere British Empire versneld. De voor landen als Denemarken, Rusland, Zweden, de Verenigde Staten en Japan op talloze terreinen zo inspirerende Republiek veranderde ongemerkt in het landje, waar alles 50 jaar later gebeurde dan in de rest van de wereld.  

Onder opvolgster 'Brandy Nan' sloten Engeland, Schotland, Wales en Ierland 'the Acts of Union', waarbij het Verenigd Koninkrijk werd gecreëerd. 

Haar opvolgers, vier koningen die de naam George droegen, zijn populair onder verzamelaars van antiek. Engelse scholieren leren echter nog altijd, dat ze bekend stonden als The Bad, The Sad, The Mad and The Fat (de Slechte, de Droevige, de Gekke en de Dikke). Aan de gezondheidsproblemen van van George III is de prachtige film The Madness of King George gewijd. 

George nummer Eén komt er wel heel bekaaid van af. De Engelsen vinden hem slecht om de volgende redenen: 

  • Toen hij in 1714 in zijn nieuwe koninkrijk arriveerde sprak hij nauwelijks Engels (maar één woord, beweerden zijn felste tegenstanders).

  • Hij zag het koningschap meer als een ceremoniële functie; liet het regeren over aan de minister-president en zijn ministers, onder controle van het parlement. De functie Prime Minister bestond zelfs niet, voordat George I het merendeel van zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden overdroeg aan zijn PM Robert Walpole.

  • De tijd die de koning aan de invulling van zijn functie overhield, besteedde hij aan 2 Duitse maîtresses die door de onderdanen van hun minnaar hatelijk 'Elephant' & 'Castle' werden genoemd. Incestueus detail: 'de Olifant' was de vreselijk dikke halfzuster van haar koninklijke minnaar (Bad King Beds Half-Sister, zou schandaalkrant The Sun heden ten dage koppen). 'Kasteel' werd ook wel liefdevol als de Scarecrow (vogelverschrikker) en als Maypole (meiboom, KLIK HIER) aangeduid. De 'Meiboom' was overigens lang en dun. Haar andere spotnaam Kasteel verwijst niet naar overgewicht. (Elephant & Castle was en is een geliefde naam voor horecagelegenheden als pubs en inns. Het gelijknamige Londense kruispunt met 2 stations van de Underground en een treinstation is naar een herberg genoemd, die in de tijd van de postkoets zo belangrijk was, dat William Shakespeare er in één van zijn stukken naar verwijst). De Franse collega's van George I konden zich een schaduwkoningin veroorloven in de vorm van een officiële Maîtresse en Titre (zoals Madame de Pompadour die onder Lodewijk XV de alom gerespecteerde titel Minnares droeg). Maar die waren katholiek en niet tevens het hoofd van de (protestantse) Anglicaanse Kerk, die in die tijd steeds meer afstand nam van 'paapse (= katholieke) neigingen', zoals koninklijke Weibergeschichte.

* De huidige koninklijke familie stamt niet af van de Vader des Vaderlands. Via koningin-regentes Emma von Waldeck - Pyrmont stammen ze echter mogelijk wel af van hetzij de moeder of de boze stiefmoeder van Sneeuwwitje. (KLIK HIER voor een Duitstalige documentaire over de waargebeurde achtergronden van het sprookje.) Het heeft wel iets - de verdenking van een gruwelijke gifmoord met behulp van een appel of ander fruit onder de voorzaten van een koninklijke familie, waarvan de naam al eeuwenlang ten onrechte met appeltjes van Oranje ofwel sinaasappelen (afgeleid van China's appelen) wordt geassocieerd. De naam van het prinsdom heeft namelijk niets met de gelijknamige kleur of het fruit te maken. De naam van stad en prinsdom zijn een gevolg van het herhaaldelijk verbasteren van de oorspronkelijke Romeinse naam Aurasio, waarmee de streek rond het riviertje Araus (nu: Aygues) werd aangeduid. Taalkundig zou de route, volgens Caspar Visser ‘t Hooft, van Aurasio via Aurensis, Aurengis, Orengis, Orenges en Orenge naar Orange zijn verlopen.

Categorieën: Ditjes & Datjes